
Pieter Gillis werd in juli 1486 in Antwerpen
geboren waar hij 47 jaar later, in 1533, overleed.
Hij was stadsgriffier en Quinten Matsijs, de
bekende schilder, maakte van hem een portret.
Wie Antwerpen zegt, en dan vooral Antwerpen in de
zestiende eeuw, weet dat het toen niet al te rustig was in de
sinjorenstad. Want er was veel onvrede
over de tirannie die de katholieke overheid in die tijd voerde. En dit ongenoegen gaf voeding aan een
protestbeweging die in Duitsland door de voormalige augustijnermonnik Martin
Luther werd op gang getrokken. Zijn
scherpe kritiek op het bewind van de kerk zette de reformatie op de sporen en
in de kringen van humanistische intelligentsia kregen de ideeën veel bijval en
werden ze ook gretig gedrukt. JORIS TULKENS heeft een historische roman geschreven
waarin hij brieven heeft opgenomen die Pieter Gillis heeft geschreven aan
Beatus Rhenanus, die ook een goede vriend was van Erasmus, net zoals Gillis
trouwens. Het zijn brieven waaruit
blijkt hoe moeilijk het was om in die tijd een kritische kijk te hebben op het
gezag want de repressie was heel sterk en genadeloos. Boekverbrandingen waren schering en inslag en dat
was voor Pieter Gillis hetzelfde als ‘het
verlies van (mijn) vrijheid’. Thomas More gebruikte Pieter Gillis zelfs als
personage in zijn boek UTOPIA.
Waarom je dit boek moet lezen?
Tulkens slaagt erin om van die figuren uit een ver
verleden mensen van vlees en bloed te maken.
De lezer krijgt een overtuigend sfeer- en tijdsbeeld
van het 16de eeuwse Antwerpen.
Citaat: Geloof
begint waar de waarheid ophoudt. Hoe kunnen ze dan tegengesteld zijn? Deze
woorden zou Eramus uitgesproken hebben.