Herzog…
vergeet die naam niet, want misschien zou je Herzog ooit wel willen ontmoeten.
Herzog
is, zoals je zelf als vermoedt, een jood.
Een erudiete jood: een professor die aan de universiteit in Amerika een
gevierd onderzoeker en lesgever is.
Ja, vele studentinnen vallen voor de man, die zijn belezenheid en
scherpzinnige analyse van de werkelijkheid niet onder stoelen of banken
steekt. De man heeft trouwens ook
spraakmakende studies geschreven over diverse stromingen en periodes in de
kunst en daarover correspondeert hij nog met zijn collega’s. Voor alle duidelijkheid, als je de naam
Herzog zou googlen zul je altijd een verwijzing vinden naar de roman van Saul Bellow. En, inderdaad, over die
Herzog heb ik het. Herzog is een
romanpersonage dat zo naar het leven is getekend, niet alleen omwille van zijn
intelligentie maar ook omwille van de gebeurtenissen in zijn persoonlijk
leven. Gebeurtenissen? Een nogal stroef woord, zeker als je het wil
hebben over het bultige pad van zijn liefdesleven dat een belangrijke hap
inneemt van de plot van deze lijvige roman.
Nee, het gaat de belezen en ruimdenkende Herzog niet echt voor de wind, zeker niet als
het gaat over zijn vertroebelde relaties met vrouwen. Op het ogenblik dat deze roman begint, heeft
hij net zijn tweede scheiding achter de rug.
In tegenstelling tot zijn eerste scheiding, valt deze relatiebreuk met
Maddy hem veel zwaarder. Wellicht omdat
hij ook al zoveel ouder is. Wellicht ook omdat hij zich nauw verbonden voelt
met zijn twee jonge kinderen. Want Madeleine, zijn ex, heeft het hard gespeeld.
Zodanig hard zelfs dat Herzog met moeite zijn kinderen kan zien. Dàt is dus de
hoofdlijn van het verhaal. Zo’n verhaal
zoals er zovele zijn, hoor ik u denken.
Maar dat verhaal is geschreven door Saul Bellow. Een scherpzinnig auteur, die met Herzog zijn
alter ego in het boek heeft gesmokkeld. Want Herzog schrijft brieven om het
leven aan te kunnen: brieven aan overleden auteurs, filosofen, geleerden,
politici (zoals de president, ‘Geachte
Generaal Eisenhower’). Die brieven
moeten Herzog helpen om over de chaos van zijn leven na te denken en om alles wat op hem afkomt een
plaats te geven. U hoort het , niet
alleen een meeslepende roman, maar ook een leerrijke roman. Wat moet een
mens nog meer hebben, om wat vreugde en kleur aan het leven te geven?
Uit het boek geplukt
p. 143: We kunnen de
lastpost niet overboord zetten, nietwaar? Geweldige handicap, een ziel.
p. 196: Wij houden niet
van onszelf, maar volharden in halsstarrigheid. Ieder mens is halsstarrig,
halsstarrig zichzelf. Boven alles zichzelf, tot het einde der tijden.
p.230: er is altijd
overmacht, namelijk de angst van de mens

p. 243; Transcendentie of
geen transcendentie. Alleen maar werken en geen spelen is een slecht medicijn.
p. 319 … wat een
verschrikkelijke macht er schuilt in boos eenzijdig denken.
p. 396: Een mens kan
zeggen: “Van nu af aan ga ik de waarheid spreken.” Maar de waarheid hoort hem en rent weg en
verstopt zich voor hem voordat hij zelfs is uitgesproken.
p. 423 Geschiedenis is de
geschiedenis van wreedheid, niet van liefde, zoals weke mensen denken.
(…) Maar de enige ware God
is de Dood. Zo staat de zaak ervoor – zonder laffe illusies.