In
1912 reisde de Nederlandse schrijver Louis Couperus naar Pisa. En wat blijkt? De schrijver van
Een stille kracht en Van oude mensen en dingen die voorbijgaan is niet zo enthousiast
over de stad van de Scheve Toren. Hij
schrijft: “Wat mankeert er aan dit wonderrijke geheel van marmeren zuilen,
arkaden… “ (…) “Waarom worden wij zoo weinig aangedaan, waarom blijven wij
onverschillig en koud?” Is het om die
verlatene vlakte, op welke rijst deze architectuur?” Zelfs de Scheve Toren kan
Couperus niet echt bekoren. Toch is hij
nog eens naar Pisa gereisd omdat hij de graftombe wou zien van Hendrik VII in het Campo Santo, keizer
Hendrik van Luxemburg. Deze naïeve, vredelievende keizer die zich ook hertog
van de Ardennen mocht noemen was naar Italië gereisd om de gouden kroon op zijn
hoofd te ontvangen uit de handen van de toenmalige Paus Clemens V. Maar wat bleek, toen hij daar aankwam zat de
paus in Avignon (tja, ook pausen houden zich niet altijd aan hun woord) en nog
erger voor Hendrik VII, hij verloor tijdens die reis zijn geliefde gemalin in
Genua. Dat verhaal kun je lezen in het
boekje PISA SIENA ORVIETO, waarin
drie reisbezoeken van Louis Couperus zijn gebundeld. Tussen haakjes, over
Siena, is Couperus wel uitgelaten, vooral over het werk van de
bohemien-schilder IL SODOMA, de bijnaam
voor de 15de, 16de
eeuwse Giovanni Antonio Bazzi van wie veel werk te bewonderen is.