Catherine
woont samen met haar vader, een weduwnaar, die als arts een drukke praktijk
heeft in New York. Catherine leeft sober
en probeert het haar vader naar zijn zin te maken. Maar hij is wat teleurgesteld in zijn
dochter omdat zij niet zo indrukwekkend intelligent is, als hij had gehoopt.
De
inwonende tante, de bemoeizieke zus van de vader, wil Catherine koppelen aan de
charmante dandy Morris, die vertoeft in de betere kringen, maar nog voorlopig
geen uitzicht heeft op werk.
En
dat lijkt te lukken want de charmeur slaagt erin het hart van Catherine te doen
smelten. Maar dat is, wat dacht je, niet
naar de zin van de vader, want de praatjesmaker Morris maakt weinig indruk op
hem. En hij verdenkt er hem van uit te zijn op het
fortuin van zijn dochter.
Wrijvingen alom dus, niet alleen tussen Catherine die wil kiezen voor
Morris en haar vader, maar ook tussen hem en de tante die als koppelaarster ook
een zwak krijgt voor Morris. Maar de
onverbiddelijke houding van de vader weegt ook op de relatie tussen Catherine
en Morris.
‘Oh, nothing about my father is weak’, roept ze uit
tijdens een confrontatie met Morris die uiteindelijk wat uit beeld
verdwijnt. Ook al omdat Catherine met
haar vader een jaar door Europa reist. Een meeslepend verhaal, psychologisch heel uitgekiend
en aangrijpend verteld door Henry James.
Geplukt uit het boek
p. 31: But the
actors were always like the authors – they always exaggerated.
In het Nederlands, p.
34: Maar de toneelspelers waren al net zo als de schrijvers: ze overdreven
altijd. (vertaling Martha Heesen)