
De koning NV, De biografie van Leopold II
Door Neal
Ascherson
Leopold II, de
meest kleurrijke koning der Belgen.
Kleurrijk omdat hij animo bracht in het politieke leven. Kleurrijk ook omdat hij als blanke
geleidelijk aan veel brood zag in de zwarte medemens. De bewoners dus van het toen nog onherbergzame
Afrika, meer specifiek, Kongo.
Kleurrijk was Leopold II ook omdat hij een liefdesleven leidde vol
passie, hartstocht en ontrouw. Maar
teveel kleur kan pijn doen aan de ogen en dat is toch de indruk die je krijgt
als je deze levensbeschrijving van de Belgische vorst leest. Want de man met de grote neus en de lange
baard komt er niet echt fraai uit. Een
verblindend groot licht was hij niet, dat bleek ook al toen hij jong was. Maar wél had hij een passie voor
landskaarten. Dat zal wellicht mee aan
de basis hebben gelegen van zijn grote expansiedrift die zijn beleid als koning
der Belgen kenmerkte. Van het
afgrijselijke Kongoverhaal heeft iedereen al gehoord, maar ook had Leopold II
zijn oog laten vallen op China waar hij erin slaagde een aantal lange
spoorlijnen te laten leggen door Belgische ingenieurs. En in dat boek van de Schotse journalist Neal
Asherson wordt hij genoemd als de grote leider van de Belgische industriële
expansie, want ook op dat punt toonde Leopold II een verbluffende
daadkracht. Zijn functie als koning
wendde hij aan om de meest getalenteerde wetenschappers, industriëlen voor zijn
riante koets te spannen. Dat laatste
lukte echter niet zo goed met de politici, die hij in zijn democratische
staatsstructuur nodig had om zijn wilde en soms ondoordachte fantasierijke
plannen te doen goedkeuren. In dit boek
wemelt het van incidenten, harde confrontaties en bitse twisten tussen hem en
de vertegenwoordigers van de Belgische regering en het parlement. Hij had ook een en ander aan zichzelf te
danken, want hij deinsde er niet voor terug om via brieven en nota’s politici
en mogelijke tegenstanders onder druk te zetten om op andere gedachten te
brengen. En aansluitend daarbij was hij
ook niet vies van enige omkoperij.
Schaamteloos of was het eerder ondoordacht, soms weet je het niet,
probeert hij ook zijn plannen om Kongo te veroveren te laten goedkeuren door de
diverse regeringen. Maar dat plan voor
zijn ‘rooftocht door Kongo’ lukte niet.
Maar Leopold II zou niet Leopold II zijn als hij dan er niet zou aan
denken om diverse stichtingen in het leven te roepen die de indruk wekken
zuiver voor het nationaal belang en het Kongolees belang te zijn. Achteraf bleek dat het belang van België en
dat van Kongo vooral het belang van Leopold II was die er met zijn
Kongo-avontuur er zeker niet armer op geworden was. Trouwens, die troebelen zowel nationaal als
internationaal over Kongo nemen in het boek een flink aantal hoofdstukken in
beslag. Waardoor een van de weinige
verdiensten van Leopold II in dit boek slechts beknopt aandacht krijgt,
namelijk dat hij zowel Oostende als Brussel een fraai aanzien geschonken
heeft. Maar wellicht is deze
onderbelichting begrijpelijk omdat de auteur ook aanstipt dat deze
architectonische en artistieke vernieuwingen er enkel konden komen met het geld
van de arme, onderdrukte en mishandelde arbeiders van de Kongolese rubberplantages.
Kortom, geen al te
fraai portret van Leopold II die trouwens als vader ook al geen
lievelingsfiguur was: hij was gefrustreerd omdat zijn enige zoon op zevenjarige
leeftijd overleed en hij kon niet overweg met zijn dochters, laat staan hun echtgenotes
die, volgens hem, uit waren op zijn fortuin.
De koning is
trouwens net voor zijn dood getrouwd met Caroline Lacroix, zijn maîtresse die
hij in het prostitutiemilieu in het Parijse Hotel Elysée-Palace had
ontmoet. Zij was toen nog maar
zestien. Zij zou hem later twee zonen
schenken, zijnde Lucien en Philippe Delacroix.
Caroline Lacroix werd na de dood van zijn vrouw, Marie-Henriette,
‘barones de Vaughan’.
Weetjes uit het
boek
‘Kiss me quick’
was de naam van de Shetland pony van de lievelingszoon van Koning Leopold II
Leopold II werd
ervan beschuldigd politieke benoemingen van katholieken te stimuleren.
Relschoppers vonden dat maar benedenmaats en schreeuwden onder de ramen van het
paleis in Brussel: ‘Roi de carton! Au balcon’’
De geschiedenis
herhaalt zich, want de Blijde Intrede in Antwerpen was ook niet zo blij voor
Koning Leopold II. Dat had te maken met
de sterk pacifistische ingesteldheid van de stad die niet moest weten van de
plannen van de koning om rond Antwerpen sterke forten uit te bouwen als
verdediging voor de buitenlandse invallen.
Het gevolg was dat Leopold II nooit zijn Blijde Inkomst in Antwerpen gedaan
heeft: zelfs het standbeeld van zijn vader weigerde de stad op te stellen.
Marie-Henriëtte
riep ooit nog tegen haar gemaal toen hij weer in de problemen zat over Kongo
‘Maar Leopold, je ruïneert ons nog met je Kongo’
Leopold was voor
zijn ouders een zorgwekkend zwak kind geweest.
Hij had een mank been, maar wel een ijzeren gestel. Hij stond op om half zes, nam een douche die werd
gevolgd door een massage. Hij was wel een hypochonder die leed aan
smetvrees. Zelfs het dagblad de Times moest gestreken worden.
Hij was ook gulzig
maar hij had de gewoonte om glazen heet water als braakmiddel te dringen. Hij handelde zijn zaken ook wandelend af.
Muziek vond
Leopold II ‘de duurste van alle vormen van lawaai’ en poëzie herinnerde hem aan
een ‘mechanisch scheermes’.
Zijn probleem was
dat hij ook vooral voordelen zocht op korte termijn en nooit dacht aan de
gevolgen op lange termijn.
‘Ik zal hun mijn
Kongo geven, maar ze hebben niet het recht te weten wat ik daar heb gedaan’,
was het antwoord van Leopold II op de vraag om zijn frauduleuze parktijken te
laten onderzoeken.