
Lies Van Gasse/ Wenteling
Wenteling
VI
Wij
hebben een deur opengezet.
De
wind trekt ons naar buiten
En
met ons de tegels en het zand.
Er
valt niets te verkrachten,
Want
wij zijn alleen maar pijn.
We
hebben deze woorden.
We
kunnen niets anders
Dan
ze in de juiste volgorde zetten
En
denken: een tuin, een deur
Een
late storm, twee katten.
Wat
klein is, zet zich vast.
Wat
groter is, verbuigt, verliest aan vorm.
In
ons hart tekenen wij kamerplanten.
We
varen met een anker.