
Lydia een jonge vrouw van dertig blikt terug op haar jeugd en koppelt dat
verleden aan wat ze nu meemaakt met haar relatie. Twee verhaallijnen dus, haar drinkende moeder
die een grote fan is van Demis Roussos, haar vader die boekhouder is, en een relatie
die uitmondt in keiharde ruzies die, zoals het cliché het wil, in bed worden
gehoord door de kinderen. Komen ook aan
bod: haar eerste hevige verliefdheid;
haar deugnieterijen op school, zoals een diefstal waarvan allochtone kinderen
onterecht worden beschuldigd; de relatie met haar twee zussen waarvan de ene al een jonge
moeder is en een aangrijpende flashback voor de ik-persoon die ziet hoe haar
zus haar eigen kind het lepeltje met fruitpap ontzegt door het zelf op te eten,
iets wat die zus ook deed toen Lydia een baby was. Dat is wellicht de cruciale
scène uit het boek die het onvoorspelbare, soms haatdragende en ruziezoekende
gedrag van Lydia verklaart. De zelfmoord
van haar broer hangt ook als een schaduw over haar leven. En dan weerklinkt de cantate van Bach, “Ich habe genug”. Begrijpelijk dat de ik-figuur besluit om geen
kinderen te krijgen
In dit boek staan de mooiste bladzijden over eenzaamheid vanaf p. 143 tot
en met 145.
Uit het boek geplukt
p. 89 Als levenslange partners naar
de haaien gaan, denkt de overgeblevene wel vaker niet meer in uren of minuten,
maar in momenten.