
De verborgen bron van Hella S. Haasse
Je hebt bij
de betere boeken een dubbele bodem. Zo
is er het verhaal van het boek dat aan de oppervlakte schittert, zoals het
verhaal van een man die van zijn vrouw de opdracht krijgt haar ouderlijk huis
volledig leeg te halen om het te verkopen.
De man trekt voor een aantal dagen naar het huis dat zich in een
afgelegen gebied bevindt. Daar ontmoet
hij een arts die in de ban is van het huis omdat de plaats hem doet denken aan
de vrouw die hij nooit heeft mogen beminnen.
Die vrouw, de moeder dus van de echtgenoot, was nogal mysterieus en is
ook op een vreemde manier uit het leven van de arts verdwenen.
Op dat niveau
heeft het verhaal iets van een thriller: wat is er uiteindelijk gebeurd met de
vrouw. Maar dat is niet de enige, en
misschien ook niet de belangrijkste verhaallijn. Dit boek snijdt veel dieper, want de man die
het huis van zijn vrouw moet leeghalen wordt ook geconfronteerd met de jeugd
van zijn vrouw, die heel rationeel en strikt wetenschappelijk door het leven
gaat. Daarmee staat zij in contrast met
de man die eerder een hypergevoelige, romantische ziel heeft en gefascineerd is
door het mysterieuze verleden van zijn vrouw.
Daardoor wordt die opdracht niet zo makkelijk om te vervullen, want de
man moet geregeld in de spiegel kijken, waarin hij niet alleen zijn vrouw, maar
ook zichzelf ziet als iemand die gebukt gaat onder de strijd tussen hoogmoed
(je weet wel de intellectueel als enkeling) en wanhoop om de botheid van de
massa. Maar die zoektocht is ook een
ontdekkingsreis naar zijn huwelijksrelatie die de hoofdfiguur in zijn
dagboeknotities omschrijft als ‘koele, gereserveerde kameraadschap’. En daardoor krijgt deze roman een
ontzettende verrijkende dimensie, want het blijkt achteraf dat dit boek ook een
metafoor is voor een diepgravende analyse van een huwelijk. Een relatie tussen twee volwassenen die elk
geworteld zitten in een ander verleden.
En dat verleden is niet altijd onmiddellijk traceerbaar, integendeel er
komen veel verrassingen bovendrijven in de ‘verborgen bron’, zoals de titel van
het boek. Het verhaal verwijst ook naar
de mythe van Arethusa, de nimf die in een bron veranderde omdat de stroomgod
Alpheur haar onophoudelijk en hartstochtelijk begeerde. Spanning en een hoogwaardige stijl maken dit
boek tot een sterke aanrader.
Uit het boek geplukt
p.24 Er schuilt – daaraan twijfel ik niet – diep in de
mens een gevoel van afgunst jegens de natuur, die wel sterfelijk is, maar
zichzelf onophoudelijk vernieuwt.
p.47 Zich overgeven in liefde is niet hetzelfde als
innerlijk onvrij worden.
p. 70 Er zijn rivieren wier loop onderaards een
oorsprong neemt. Ergens springt de
stroom tevoorschijn uit de bodem, maar de bron blijft voor mensenogen
verborgen, diep in het gesteente.
p. 85 Onbezorgd genieten is alleen mogelijk voor wie onwetend
is.
p.
107 Wij schijnen voorbestemd om elkaar af te stoten, juist wanneer wij elkaar
willen naderen.