
De ik-figuur van deze novelle is een 22-jarige Franse
student politicologie die in Duitsland onderzoek doet naar het naziverleden van
sportclubs. Tijdens zijn verblijf in
Duitsland ontmoet hij de aantrekkelijke maar al even mysterieuze Inge die
extreem-links is en sympathiseert met de RAF, een verzetsbeweging die in de
jaren 70 geregeld het nieuws haalde. Een andere opvallende ontmoeting is die
met de Duitse ex-naziofficier die zijn vader ooit gearresteerd had. Twee verhaallijnen die zich geleidelijk aan
ontrollen in een innerlijke monoloog die de ik-figuur tot zijn vader richt. Een novelle waarbij op een confronterende
manier liefde en dood samenvallen.
Uit het boek geplukt
p. 90 Scheur de
grote sluier van de hemel weg, rol het tapijt van de aarde op, breek de circustent
van de wereld af, ontluister de goden, ontdoe hen van hun verstelde plunje en
hun te grote schoenen, en gij allen, mensenbroeders in het grote circus, kleine
kinderen en grote mensen, ween, ween, ween!