
De Cello blijft een instrument
dat tot de verbeelding spreekt. In het
kader van de Cello Biënnale die in Amsterdam wordt gehouden, is er een
verrassend boekje verschenen. Hierin lees je een verhaal van Jan Brokken,
Marente de Moor, Annelies Verbeke en twee verhalen van Ilja Leonard
Pfeijffer. Mooi toch hoe deze auteurs op
hun manier de cello een plaats geven in hun verhaal. Jan Brokken (die piano speelt in zijn vrije
tijd) is een journalist, een jager op feiten en juiste gegevens. Daarom leert de lezer een en ander over de
betere cello, en dat is niet een stradivarius, maar wel een cello van Servais.
Adrien François Servais is een Belg die in de 19de eeuw leefde,
ereburger is van Halle, een befaamd cellospeler die in zijn tijd de Paganini
van de cello werd genoemd. En zijn cello
bevindt zich in het Smithsonian Institution in Washington D.C. Deze informatie verwerkt Brokken in het
verhaal van een Nederlandse cellist.
Marente De Moor kiest voor een vrouwelijke figuur die net beslist heeft
om te verhuizen naar een meer afgelegen gebied in Groningen. Maar bij de verhuizing wil ze wel dat de
cello die ze in haar jeugd bespeelde, mee gaat in de veronderstelling dat ze
die dan nooit meer zal aanraken. Maar
het draait anders uit. De lage grondtoon F laat zich weer horen. Annelies Verbeke schreef een verhaal over
geliefden, allebei gepassioneerde musici. In een verhaal van iets meer dan 20
bladzijden volgen we het koppel over een tijdspanne van 20 jaar: zij speelt
cello en hij piano. De passie voor de
muziek, voor zichzelf in de liefde kent een bizar vervolg, want twintig jaar
vinden we het koppel terug diep in het hartje van de jungle van Tanzania, op
zoek naar de Serengeti. Ilja Leonard Pfeijffer (zelf klarinettist) schreef een
kort verhaal waarin de ik (die ook Ilja heet) in de ban is van een celliste die
een liefde-haat relatie heeft met het muziekinstrument. In het tweede verhaal van Pfeijffer werkt
hij opnieuw met het vervreemdingseffect, want de hoofdfiguur wil schrijver
worden die een verhaal heeft geschreven ‘over een personage dat erg op hemzelf
leek en dat in de stad een man zag lopen met een zwarte kist”. En dan vloeien het verhaal en de
werkelijkheid binnen het verhaal van Pfeijffer ongemerkt in elkaar.
Uit het boek geplukt
p. 15 Een leven zonder
muziek is een niet geleefd leven. Zo is
het maar net! Een leven zonder muziek is een dor bestaan. Geen speld tussen te
krijgen! Muziek heft plaats en tijd op.
(jan Brokken)