Een
meisje lijdt in haar jeugd aan OBS: obsessieve-compulsieve stoornis waarbij
hardnekkige gedragspatronen zichtbaar zijn.
In het geval van de ik-figuur in deze roman is dat opruimwoede. Typisch is ook dat die persoon na enige tijd
dit afwijkend gedrag probeert te verbergen, zeker voor de ouders. En als het meisje uiteindelijk van deze
obsessie genezen is omdat haar vader alles in de kamer had vastgespijkerd,
manifesteert zich na enige tijd een andere dwangactiviteit, nl. onophoudelijk
lijstjes van alles en nog wat aanleggen in een notitieboekje. Ondertussen is dat meisje een volwassen vrouw
geworden die aan de kost komt als restaurateur van schilderijen. Ze verblijft in een middeleeuwse priorij in
de Bourgogne om te ontsnappen aan haar leven vol ordenen, modelleren en haar
omgeving in kaart brengen. Elke dag zit
ze aan het raam en elke ochtend loopt er een man op een bruggetje. Ze bespiedt hem, want ze ziet dat hij aan de
andere kant van de brug het klooster binnengaat en daar de ganse dag
verblijft. Uiteindelijk merkt de man
haar ook op en na een aantal keren dat ze elkaar gegroet hebben, maakt de man
duidelijk dat hij haar eens wil ontmoeten.
Zij schrikt daar zo van dat ze hem voorliegt dat ze aan een rolstoel
gekluisterd is. Ze speelt zelfs de
gehandicapte als hij bij haar op bezoek komt.
En zo merkt ze hoe attent hij is voor haar. Ondertussen moet ze denken aan haar
groeiende innige relatie met een architect, een affaire die uiteindelijk vrij
bruusk wordt afgebroken. Maar geleidelijk aan verdiept de vriendschap
tussen de vrouw en de man op het bruggetje. Hij is onderzoeker en
gespecialiseerd in het leven van de Heilige Gangulphus. Dat was een edelman uit
Bourgondië die in de 8ste eeuw leefde. Toen hij na een veldtocht met het leger van
de koning terugkwam bleek dat zijn vrouw hem had bedrogen met de intendant van
het kasteel. Maar in plaats van boos te worden, verliet Gangulphus het kasteel
zodat zijn vrouw en de intendant hun liefde verder konden beleven. Vreemd genoeg werd hij daarvoor niet beloond,
want uiteindelijk werd hij een paar maanden later vermoord door de
intendant. En zo werd Gangulphus de
patroonheilige van de bedrogen echtgenoten.
Aardig
om weten is ook hoe de ik-figuur in de ban is van het werk International Klein Blue van de Franse kunstenaar Yves Klein, een
neorealist. Interessant is hoe de
persoonlijkheid van de ik-figuur aan dit werk gekoppeld wordt.
Uit het boek geplukt
p. 61 Er zijn dingen die je
zonder reden doet, en er zijn dingen die je om duistere redenen onderneemt.
p. 96 De meeste waarheden zijn
onzichtbaar, onbereikbaar voor ons, en we zouden de leugen moeten beschouwen
als een grove fout, een onvergeeflijke zonde!
Maar kan je iemand kwalijk nemen dat hij de zaken anders ziet dan jij,
als tenslotte niemand de realiteit kan bevatten, die ons vrijwel geheel
ontsnapt?
p.116 Niets is zo verwoestend
als liefdesverdriet.
p. 128 En anderzijds kan geen
enkel boek je vertellen welke vreugde en welk verdriet je beleeft als je iemand
liefhebt, welke stekende pijn de wilde hartstocht meebrengt die hart, maag en
geest doorboort zoals de paalworm steeds dieper in het hout dringt en langzaam
maar zeker de hele scheepsromp wegvreet.