Herinnering
Zij
is vol van mijn voorgaande eeuw
En
haar stem is rijk van verte, vertier
Dat
zij aan de dag ontlokt verwekt
In
de namiddag een bloeiende boomgaard.
Ik
zie mij liggen tussen haar groene grassen,
Ik
zie mij lachen op geelgegraande akkers,
Ik
zie mij zingen aan haar instrument
Opgespannen
aan acht verliefde snaren.
Hier
is later nu, het verschil tussen dag
En
nacht is verschil tussen man en vrouw.
Beide
onontbeerlijk en als we ze missen
Valt
dauw al te gauw tussen haar en hem.