The
Merchant of Venice speelt in Venetië met
Antonio, de koopman van Venetië
In het Nederlands: De
koopman van venetië
In sooth, I know not what I
am so sad (Voorwaar, ik weet niet wat me treurig maakt)
I
hold the world but as the world, a stage where every man must play a part, and
mine a sad one
(Ik neem de wereld,
vriend, voor wat zij is: een schouwtoneel, waar elk zijn rol moet spelen: de
mijne is ernstig)
It
is no mean happiness therefore, to be seated in the mean: superfluity comes
sooner by white hairs, but competency lives longer (Daarom is het geen middelmatig geluk, juist
in het midden te zitten. Overvloed krijgt vlugger grijze haren, en net genoeg leeft
langer).
If to do were as easy as
to know what were good to do, chapels had been churches, and poor men’s
cottages princes’ palaces (was doen even gemakkelijk als weten wat goed doen
is, dan waren alle kapelletjes kerken en de hutten van arme mensen vorstelijke
paleizen).
The
World is still deceived with ornament.
(Steeds laat de wereld
zich door tooi bedriegen.)
I
never did repent for doing good, nor shall not now: (Een goede daad heeft mij
nog nooit berouwd)
p.
208: how many cowards, whose hearts…
(hoe mening lafaard,
week gelijk een trap
Van zand, draagt toch
onder zijn kin de baard
Van Hercules en van de
grimm’ge Mars?
Maar in zijn hart
stroomt melk in plaats van bloed
Zijn moed zit in dat
beetje haar, waarmee
Hij indruk hoopt te
maken. Kijk naar schoonheid,
Ze wordt gewoonlijk bij
’t gewicht gekocht;
Zo ziet men hier een
wonder der natuur
Want wie er ’t meest van
draagt, die is het lichtste!
De gouden lokken,
kronkelend als slangen,
Die dartel stoeien met
de wufte wind
Om het gelaat van een
die lieflijk schijnt,
Hoe vaak niet tooiden ze
ééns een ander hoofd
En ligt de schedel die
ze droeg in ’t graf?
Zo is het sieraad het
bedrieglijk strand
Van een kwaadaard’ge
zee: de mooie sluier
Van een zigeunerin; of,
met één woord,
De schijnwaarheid,
waarmee de sluwe tijd
Ook wijzen vangt.