vrijdag 29 juli 2016

GEDICHT van Hugo Pos

Mijn moeder had een naaister, juffrouw Dika
Als ze ging baden, achter op het erf,
Keken we door een gaatje, o papaatje,
Ik heb het beeld bewaard in mijn geheime laatje

Als men je vraagt: wat was zijn handelsmerk?
Zeg: onoprechtheid. Vind je dat te sterk,
Zeg: zeer zachtmoedig.  Buiten valt de regen

En wist de sporen uit. Zo gaat dat in zijn werk.

dinsdag 26 juli 2016

BOEK: Buitengewone bibliotheken




Een bib op de rug van een olifant? Of een bib op een rivierboot?  Of in een telefooncel, een treinstation, park of zelfs in je eigen achtertuin? Zo opent het origineel boek van Alex Johnson over vindingrijke ontwerpen en initiatieven die ervoor zorgen dat mensen boeken kunnen lezen, zonder ze te moeten kopen. De auteur verrast de lezer van dit boek door de gulle insteek van iemand die boeken uitleent in Manilla bv. de Reading Club 2000. Of er is de Ourshelves Lending Library in San Francisco die gelooft dat kunst voor de gemeenschap moet bestaan en moet gedeeld worden.  De auteur behandelt achtereenvolgens bibliotheken in beweging dat zijn dan vooral de e-books, dierenbibliotheken, minibibliotheekjes, grote bibliotheken, thuisbibliotheken en mobiele bibliotheken. 

Een aantrekkelijk geschreven boek met al even verleidelijke foto’s van bibliotheken in hun diverse gedaanten.

vrijdag 22 juli 2016

BOEK: Een liefde die schrijnt

Een Liefde Die Schrijnt

De ik-figuur van deze novelle is een 22-jarige Franse student politicologie die in Duitsland onderzoek doet naar het naziverleden van sportclubs.   Tijdens zijn verblijf in Duitsland ontmoet hij de aantrekkelijke maar al even mysterieuze Inge die extreem-links is en sympathiseert met de RAF, een verzetsbeweging die in de jaren 70 geregeld het nieuws haalde. Een andere opvallende ontmoeting is die met de Duitse ex-naziofficier die zijn vader ooit gearresteerd had.  Twee verhaallijnen die zich geleidelijk aan ontrollen in een innerlijke monoloog die de ik-figuur tot zijn vader richt.  Een novelle waarbij op een confronterende manier liefde en dood samenvallen.

Uit het boek geplukt


p. 90 Scheur de grote sluier van de hemel weg, rol het tapijt van de aarde op, breek de circustent van de wereld af, ontluister de goden, ontdoe hen van hun verstelde plunje en hun te grote schoenen, en gij allen, mensenbroeders in het grote circus, kleine kinderen en grote mensen, ween, ween, ween!

dinsdag 19 juli 2016

ROMAN: Het Fantoom van Alexander Wolf

Cover

De ik-figuur van dit boek is een Rus die in Parijs woont en als journalist aan de kost komt.   Hij draagt een last uit het verleden mee: tijdens de Russische burgeroorlog heeft hij een imposante soldaat van zijn paard neergeschoten en voor dood achtergelaten.   Tot wanneer hij een boek leest waarin die gebeurtenis bijna letterlijk uit de doeken wordt gedaan vanuit het standpunt van Alexander Wolf, de neergeschoten soldaat.   Het dringt tot de ik-figuur door dat hij dus geen moord heeft gepleegd, maar hij wil zeker Wolf ontmoeten, wat niet zo makkelijk blijkt.   Dus een roman over een lezer die op zoek gaat naar een personage dat hij in het echt heeft ontmoet, ja zelfs, bijna had vermoord. 
Spannend zou je kunnen denken, maar die spanning wordt wat versluierd door de filosofische uitweidingen doorheen de roman.   Zo mijmert de ik-figuur over het noodlot, meteen ook het thema zoals de auteur het zelf verwoordt: ‘De opeenvolging van gebeurtenissen in ieder mensenleven is wonderbaarlijk’. Om dan toch maar aan te komen bij beschouwingen over datgene wat de mens samenhoudt, verbindt, uiteindelijk alleen maar de geboorte en de dood is.  Uiteraard ook over het mysterie van de liefde tussen man en vrouw.  Zijn liefde voor een vrouw die hij omschreef als ‘Ik heb je op zo’n hoog voetstuk geplaatst – en je bent er zelf vanaf gestapt’.     Het laatste deel van de plot neemt nog een verrassende wending, wat de indruk geeft dat de auteur toch iets te rommelig te werk is gegaan.  De auteur trouwens is Gajto Gazdanov, die leefde  van 1903 tot 1971 en die ongetwijfeld gebeurtenissen uit zijn leven heeft verwerkt in deze roman die wat onhandig worstelt met het leven en gelukkig kan terugvallen op citaten van Dickens bv. ‘Ons is het leven gegeven onder de dwingende voorwaarde het dapper te verdedigen tot onze laatste ademtocht’;


Uit het boek geplukt

p. 43  …. Na die meisjes en die restaurants, in stilte en in eenzaamheid, dan gaat er van alles door je heen en dan wordt het je droef te moede.   Dat zullen alle losbollen en dronkenlappen u bevestigen.


p. 109 Iedere liefde is een poging het eigen noodlot tegen te houden, het is de naïeve illusie van een korte onsterfelijkheid.

vrijdag 15 juli 2016

BOEK: Naar de Russen



Naar de Russen, op reis van Poesjkin naar Paustovski

Als je van boeken houdt, dan wil je soms de auteurs ontmoeten.   Ook al zijn ze overleden. Dan bezoek je maar de plaatsen waar ze geleefd hebben of hun verhtalen of romans hebben gesitueerd.   Maar wat als je de taal niet kent?  Toch doen, hoor.  De Nederlandse auteur Harm Peter Smilde heeft bewezen dat het kan.  Hij was in de ban van Russische auteurs en is naar Rusland gereisd, hoewel hij geen Russisch kent.  Gewaagd, maar dat levert wel een bijzonder aangenaam reisverslag op. Een pareltje omdat de auteur soms in grappige situaties terechtkomt, die hij ook geestig beschrijft.
Zijn scherpe observaties koppelt hij aan persoonlijke en licht ironische invallen. Bovendien is dit niet zuiver een reisboek: het is ook een prima kennismaking met de belangrijkste namen uit de Russische literatuur.  Zo maken de lezers kennis met Poesjkin die door een misverstand een duel niet overleefde, of Achmatova, de dichteres die lange tijd onder Stalin het zwijgen werd opgelegd. Andere auteurs die in dit boek aan bod komen zijn Dostojevski, Tolstoj, Toergenjev en Tsjechov, om de bekendste te vermelden. je leert ook boeken kennen die je zeker moet lezen, zoals de Meester en Margarita van Boelgakov

Uit het boek geplukt


p. 29 Schrijvers zijn niet altijd de meest sympathieke figuren.   Maar wat wil je ook?  Het is tenslotte niet hun vak om aardig te zijn.  Bovendien hebben sommige schrijvers voldoende redenen om onsympathiek te worden.

dinsdag 12 juli 2016

GEDICHT van Esther Jansma



Hoogtevrees

Ze ligt met een landschap van een man
in bed. Hij is enorm en zij
heeft nooit voor bergbeklimmer gestudeerd.

Verkleind tot een verliefde kleuter
klautert ze rond: tong in zijn oor,
spitse vingers in zijn maag, verder omlaag -

ze hoort niets. Een landschap praat niet.
Hooguit gromt het zachtjes, liggend
op de rug, zichzelf, waardig.

vrijdag 8 juli 2016

Gedicht van René Huigen


Het dondert en bliksemt niet 
Mooi weer spelend wordt als donderslag
bij heldere hemel zonneklaar
dat tegen die achtergrond

het decor als foto
op het golfkarton van
een spiegelgladde zee is geplakt

Dat het niet dondert en bliksemt
hoe beelden aarde maken, hoe
de snavel van een vogel met zijn veren
kortgesloten wordt, of hoe
wat woord is tot stof verwordt

Zolang de suggestie zich ontlaadt
in wat tegelijkertijd wordt opgewekt,
als een zichzelf bedruipende kaars
in de vorm van een hondje
dat het eigen kaarsvet oplikt


dinsdag 5 juli 2016

Boek van BAS HARING: De ijzeren wil



Bas Haring is een populaire wetenschapsjournalist die in dat boek op zoek gaat naar de verschillen tussen mensen, konijnen en computers.   In zijn zoektocht door de wereld van dier, ding en mens moet hij vaststellen dat wij wellicht in deze tijd, en vooral ruimte, de allerintelligentste zijn.   Wat niet uitsluit dat Bas Haring ook fantaseert over nog veel meer superintelligente wezen ergens buiten onze tijd en wereld.    In een toegankelijke taal, rijk aan beelden en voorbeelden, onderzoekt Haring o.a. de werking van ons brein, het bewustzijn, de al of niet vrije wil,  de gevoelens van de robots en de machines en ook niet oninteressant, de mate waarin een computer slimmer kan worden dan zijn programmeur.  Zo kan de mens een computer ontwerpen op zo’n ingenieuze manier dat het achteraf moeilijk wordt om die complexe structuur weer te ontrafelen.  Zo worden we slachtoffer van de intelligentie van de ontwerpers.  Interessant zijn ook zijn beschouwingen over de relatie tussen taal en denken.  Hij is ervan overtuigd dat ons brein bepaalt wie we zijn.  Daarbij komt nog dat de mens wel de werking van de PC begrijpt en kan uitleggen, maar er niet in slaagt de werking van het eigen geheugen volledig te ontrafelen.   Net zoals de vraag of alles wat wij doen wel onze wil is.   Bv. als je een pintje drinkt, dan wil je bewust af en toe het glas naar je mond brengen.  Dat is onze vrije wil.  Maar wat als je iemand het leven redt door die persoon van de weg te rukken als er een auto komt aangereden. Een snelle reactie die zo bruusk was, dat er nauwelijks vrije wil bij te pas is gekomen.  Het heeft ook vooral met benoemen en met taal te maken  Want een duif wil drinken is een vereenvoudigde manier van zeggen dat de duif de reflex heeft om te drinken als zij water ziet of dorst heeft. Eigenlijk werkt Bas Haring in zijn boek geregeld met de omgekeerde matroeskja-benadering.   Hij vraagt zich geregeld af wat als er nog een beter, nog een intelligenter wezen zou bestaan.  En zo voert hij geregeld een Marsman op die met zijn buitenaardse blik op de mens en zijn gedragingen kijkt.   En dat kan een verrassende kijk opleveren.

Uit het boek geplukt

p. 59 Er worden oorlogen gestart op grond van drogredenen en lariekoek.

p.65 De dingen hebben geen betekenis van zichzelf.  Dingen krijgen betekenis door de rol die ze spelen in ons leven.

p.68 Het is een illusie om te denken dat de wereld maar één betekenis heeft en dat alleen de mens die betekenis kent.


P. 111 Vind je het gek dat wij vinden dat we een wil hebben en geloof, hoop en liefde?   We zouden onszelf niet meer begrijpen als we dat soort woorden niet zouden gebruiken.

vrijdag 1 juli 2016

George PEREC: Een man die slaapt




George Perec EEN MAN DIE SLAAPT

“Un homme qui dort” gaat over een man die alleen in een kamertje in Parijs woont.  En die man is het prototype van een existentialist. Een man die de zinloosheid van het bestaan aanvoelt en heel eenzaam is.   Hij voelt zich geïsoleerd, gaat niet naar het examen waaraan hij moet deelnemen, dwaalt door de straten van de Franse hoofdstad en observeert het leven en de mensen waar hij buiten staat.   De man groeit uit tot iemand die zijn leven verslaapt en geen greep heeft op de gebeurtenissen en de taferelen die hem omringen.   Hij noemt zichzelf een schaduw, iemand die alleen is onder het schrikbewind van de stilte. Wel een lichtpuntje in dit boek: hij leert patience spelen en geraakt verslaafd aan het spel, waardoor hij even de ledigheid van het bestaan minder scherp voelt.
De novelle is een aaneenschakeling van beelden, herinneringen en waarnemingen van de natuur en de trieste stad in verval.
Het enige geluid, het enige teken van leven dat hij in zijn kleine kamer hoort is dat van zijn buurman.   Hij fantaseert over hem, hij begint zelfs na te denken over wat de buurman van hem denkt.  Het verhaal is geschreven in de je-vorm, waardoor de lezer zich nog meer bij het verhaal betrokken voelt en zich ook een stukje existentialist voelt. Voor Perec was dat een experiment van depersonalisatie, want in de omslagtekst lezen we “De tweede persoon enkelvoud (…) is de grammaticale vorm van de absolute eenzaamheid, van het uiterste verlies’.

Uit het boek geplukt

p.18 Dit is je leven.  Dit is van jou.  Je kunt de nauwkeurige inventaris opmaken van je magere fortuin, de precieze balans van je eerste kwarteeuw.

p. 96 Wat een schitterende uitvinding is de mens! Hij kan in zijn handen blazen als hij die wil warmen en op zijn soep als hij die wil koelen.


p. 68 Je hebt niets geleerd, of het moest zijn dat eenzaamheid niets leert, dat onverschilligheid niets leert, het was allemaal maar schijn, een betoverende illusie, een valstrik.