De ik-figuur van dit boek is een Rus die in Parijs woont en als journalist
aan de kost komt. Hij draagt een last
uit het verleden mee: tijdens de Russische burgeroorlog heeft hij een imposante
soldaat van zijn paard neergeschoten en voor dood achtergelaten. Tot wanneer hij een boek leest waarin die
gebeurtenis bijna letterlijk uit de doeken wordt gedaan vanuit het standpunt
van Alexander Wolf, de neergeschoten soldaat.
Het dringt tot de ik-figuur door dat hij dus geen moord heeft gepleegd,
maar hij wil zeker Wolf ontmoeten, wat niet zo makkelijk blijkt. Dus een roman over een lezer die op zoek
gaat naar een personage dat hij in het echt heeft ontmoet, ja zelfs, bijna had
vermoord.
Spannend zou je kunnen denken, maar die spanning wordt wat versluierd door
de filosofische uitweidingen doorheen de roman. Zo mijmert de ik-figuur over het noodlot, meteen
ook het thema zoals de auteur het zelf verwoordt: ‘De opeenvolging van
gebeurtenissen in ieder mensenleven is wonderbaarlijk’. Om dan toch maar aan te
komen bij beschouwingen over datgene wat de mens samenhoudt, verbindt,
uiteindelijk alleen maar de geboorte en de dood is. Uiteraard ook over het mysterie van de liefde
tussen man en vrouw. Zijn liefde voor een
vrouw die hij omschreef als ‘Ik heb je op zo’n hoog voetstuk geplaatst – en je
bent er zelf vanaf gestapt’. Het
laatste deel van de plot neemt nog een verrassende wending, wat de indruk geeft
dat de auteur toch iets te rommelig te werk is gegaan. De auteur trouwens is Gajto Gazdanov, die
leefde van 1903 tot 1971 en die
ongetwijfeld gebeurtenissen uit zijn leven heeft verwerkt in deze roman die wat
onhandig worstelt met het leven en gelukkig kan terugvallen op citaten van
Dickens bv. ‘Ons is het leven gegeven
onder de dwingende voorwaarde het dapper te verdedigen tot onze laatste
ademtocht’;
Uit het boek geplukt
p. 43 …. Na die meisjes en die restaurants, in
stilte en in eenzaamheid, dan gaat er van alles door je heen en dan wordt het
je droef te moede. Dat zullen alle
losbollen en dronkenlappen u bevestigen.
p. 109 Iedere liefde is een
poging het eigen noodlot tegen te houden, het is de naïeve illusie van een
korte onsterfelijkheid.