dinsdag 19 juli 2016

ROMAN: Het Fantoom van Alexander Wolf

Cover

De ik-figuur van dit boek is een Rus die in Parijs woont en als journalist aan de kost komt.   Hij draagt een last uit het verleden mee: tijdens de Russische burgeroorlog heeft hij een imposante soldaat van zijn paard neergeschoten en voor dood achtergelaten.   Tot wanneer hij een boek leest waarin die gebeurtenis bijna letterlijk uit de doeken wordt gedaan vanuit het standpunt van Alexander Wolf, de neergeschoten soldaat.   Het dringt tot de ik-figuur door dat hij dus geen moord heeft gepleegd, maar hij wil zeker Wolf ontmoeten, wat niet zo makkelijk blijkt.   Dus een roman over een lezer die op zoek gaat naar een personage dat hij in het echt heeft ontmoet, ja zelfs, bijna had vermoord. 
Spannend zou je kunnen denken, maar die spanning wordt wat versluierd door de filosofische uitweidingen doorheen de roman.   Zo mijmert de ik-figuur over het noodlot, meteen ook het thema zoals de auteur het zelf verwoordt: ‘De opeenvolging van gebeurtenissen in ieder mensenleven is wonderbaarlijk’. Om dan toch maar aan te komen bij beschouwingen over datgene wat de mens samenhoudt, verbindt, uiteindelijk alleen maar de geboorte en de dood is.  Uiteraard ook over het mysterie van de liefde tussen man en vrouw.  Zijn liefde voor een vrouw die hij omschreef als ‘Ik heb je op zo’n hoog voetstuk geplaatst – en je bent er zelf vanaf gestapt’.     Het laatste deel van de plot neemt nog een verrassende wending, wat de indruk geeft dat de auteur toch iets te rommelig te werk is gegaan.  De auteur trouwens is Gajto Gazdanov, die leefde  van 1903 tot 1971 en die ongetwijfeld gebeurtenissen uit zijn leven heeft verwerkt in deze roman die wat onhandig worstelt met het leven en gelukkig kan terugvallen op citaten van Dickens bv. ‘Ons is het leven gegeven onder de dwingende voorwaarde het dapper te verdedigen tot onze laatste ademtocht’;


Uit het boek geplukt

p. 43  …. Na die meisjes en die restaurants, in stilte en in eenzaamheid, dan gaat er van alles door je heen en dan wordt het je droef te moede.   Dat zullen alle losbollen en dronkenlappen u bevestigen.


p. 109 Iedere liefde is een poging het eigen noodlot tegen te houden, het is de naïeve illusie van een korte onsterfelijkheid.