Ik
heb het raam dichtgedaan om de zomer niet te horen
Maar
de zon brandt door de muren
En
de vliegen draaien hun motoren klem in de gordijnen.
Een
hond en een kind kunnen blijven slapen
Tot
het gisteren wordt.
Auto’s
die nog stilstaan. Adem, zonder te bewegen
Het
glas in mijn hand bevat schommelend water.
Maar
de zomer is een luid blaffende hond.
De
zomer is een optocht van geluiden
En
de vliegen raken niet op.
Het
raam heeft geen enkele functie.