donderdag 29 december 2011

Dichtbundel van Luuk Gruwez: LAGERWAL




Portret van de geleerde als megafoon

Men neme een geleerde onder de arm.  Men verlene
Hem het woord, zolang het woord het min of meer nog
Voor het zeggen heeft. Men verlene hem zozeer
Het woord tot hij dit zelf geheel en al geworden is.
Bemerk hoezeer dat zeergeleerde woord de artistieke

Leegte vult. Men neme de geleerde thans het woord weer af
En het woord de geleerde. Heeft het niet lang genoeg geduurd?
Dus vulle men alles met leegte. Men mene dat men geleerd is.
Men mene dat men zelf die geleerde is. Meester der leegte.
Men neme deze onder de arm. Men noemt hem: Meneer.