Uit de dichtbundel ALS WE VLAMMEN WAREN
Mijn schoonheid komt wat later,
Denkt de bloem.
Daardoor bloeit ze zo traag.
Haar schoonheid nadert, als onweer
Op een avond,
Inktzwarte weemoed kondigt haar aan.
De bloem verwelkt, wit en verblindend,
In de reusachtige stilte
Van een vaas.