GEWOONTEN
Zij komen als vogels aangevlogen.
En strijken neer.
Slechts een manier om vreemden toe te knikken.
Het avondborreltje. De ochtendwandeling
Onder alle omstandigheden eender. Het bezoek
Aan de oever. Waarom de eendjes brood gevoerd?
Je weet nooit voor hoe lang
Of vanwaar zij komen.
Ze hebben zo weinig met ons van doen.
Het zouden heel goed andere kunnen zijn.
Maar nu zij eenmaal besloten hebben
Hier te broeden, in dit bos,
Bestaan wij bij hun gratie.
En men zal zich ons herinneren
Als een handvol gewoonten.
Niet als degeen in wie zij huisden.