maandag 20 februari 2012

Dichtbundel van Herman de Coninck



DE VERLOVING

Ik vond een sleutel
Op straat, iemands
Huissleutel
Die daar lag te flonkeren. 

Lang geleden, degene
Die hem kwijt was
Zal zich dat vannacht
Niet herinneren; ik wel.

Het was een reusachtige stad
Met vele donkere ramen,
Zuilen en koepels
Ik stond er te denken.

De straat voor me was
Vol schaduwen, vol gevaar,
Nu ik de sleutel had.
Een of twee 

Late, ongehaaste,
Plechtige landlopers.
De hemel boven hen
Van een onaardse klaarheid. 

De eeuwigheid, jaloers
Op het huidige ogenblik
Zo kwam het me voor.
En dan was het ogenblik voorbij.