ZELFPORTRET
Ik die de nasmaak van loslippigheid
Geproefd heb, en zij is te jong
En praat mijn mond voorbij en bijt
Als peper op mijn tong
Ik die de vreemde kriebel van het woord
Gevoeld heb als het witte blad
En zit te schrijven als vermoord
ik het, al dat wit zat;
Ik die de ren van kippen zonder kop
Gezien heb, en hoe oud was ik
Die de stokkende harteklop
Gehoord heb van de schrik? –
Ik die aan boeken en een bloem
Geroken heb, en ze niet noem.