Zie ik mijn vaders schaduw
Het strand opgaan. Wind drukt
Bulten in het tentdoek, zand
Trekt mee zijn voetstap in.
Vergeet te kijken waar
Hij zoek raakt – zonder hoed op
Draagt hij haren, vuurbos in de wind.
Zijn stem, zo ver al doorgelopen
Als ik alsmaar nader, hem terugvind
In gedachten, de een de ander
Gelaten opsluit in zijn hand.