dinsdag 3 april 2012

Boek BIJ DE DOKTER


BIJ DE DOKTER
JAN DEQUEKER
Over beroemdheden en hun ziektes

Toetanchamon de farao die zestien eeuwen geleden in Egypte woonde, had een klompvoet en gebruikte hulpmiddelen om te stappen.  De 15de, 16de eeuwse Duitse tekenaar en schilder

Albrecht Dürer zag scheel uit zijn rechteroog.  Karel V speelde een paar tanden kwijt bij een ongeval  met een koets. En Beethoven: hij kreeg op zijn 27ste  problemen met zijn oren.  Oorsuizingen was de diagnose van de dokter. Eerst verloor Ludwig de hoge tonen,  wat later moest hij een oortrompet gebruiken en op zijn 44ste werd hij volledig doof.  Hij moest een schrift gebruiken om met zijn vrienden te converseren : hij werd prikkelbaar en zijn afkeer voor autoriteit versterkte.   Maar ook andere componisten waren niet altijd gezond: denk maar aan Mozart of aan Chopin.    Deze en vele andere namen duiken op in dit boek dat inzage geeft in hun ziektegeschiedenis.  Tja, er is zoiets als medisch geheim, maar niet-beroemdheden kunnen zich optrekken aan de idee dat grote namen uit de geschiedenis van Charles Darwin tot Mitterand, ook hun problemen kenden.