Averechts
Wat
is er in mijn hand gevaren
Dat
mij voor mijzelf onleesbaar maakt,
Verwrongen
staart het schrift mij aan.
Een
ander heeft het woord genomen
Schrijft
tegen de letters in, een averechts
Gedicht
stijgt naar het oppervlak.
Zoals
jaarringen zwijgen in een boom
Totdat
zij, door de bijl bevrijd, rond
Gaan
zingen in ontwortelde tijd.