Het was een dag in april
Jaren
daarvoor had ik getracht mijn uiterlijke ingang te
Doen
vinden bij de landschappen omdat zij te behelzen schenen
Wat
in mij was in feite. En niets heb ik daarbij gewonnen. Niets
Van
dat wat alreeds in mij was heeft kunnen vinden wat het zocht
Daar
buiten mij omdat het er niets te zoeken had dan dat wat
Vindbaar
was misschien maar niet aldaar
In
feite
En
daarna brak die dag dus aan
Die
dag van vele jaren later
Die
dag van het ‘sindsdien’ en ‘er is voorbijgegaan’
Maar
verder doet dat niet ter zake.