Kakkerlak
Wij bikken, wij bakken, wij
putten, wij poten,
wij paffen, wij puffen, wij
deppen, wij dopen,
wij tappen, wij typen, wij
boeten, wij bijten,
wij bieden, wij baden, wij
dieven, wij duiden
de petten, de pitten, de peten,
de pot,
de daken, de doeken, de dekens,
de dot,
de kiespijn, de kieskauw, de
kookpot, de kruik,
het bokbier, de bierbuik, de
bouwdoos, de bruid,
het heethoofd, het hinkhok, de
hoogheid, de huid,
de hofheer, de houtmijt, de
helhond, het huis,
de baker, de beker, de bakker,
het brood,
de doerak, de duivel, de
drugspuit, de dood.