De meeste boeken in de bib
van Deinze vertellen het verhaal van een mens of van een groep mensen die al of
niet verzonnen zijn. Een minderheid van
boeken vertelt het verhaal van een voorwerp.
Geef toe, op zich is dat al
een origineel uitgangspunt. Als je het
woord biografie hoort, denk je onmiddellijk aan een levensbeschrijving van een
figuur, een bekende persoon. Het boek Wijsheid en kracht van Peter Watson is ook een biografie, maar
niet van iemand die geleefd heeft, maar wel van een schilderij dat echt bestaan
heeft.
Wijsheid en kracht heet dat schilderij dat is gemaakt door de
Italiaanse schilder Paolo Veronese die in 1528 werd geboren in Verona, wat zijn
pseudoniem verklaart: Veronese. Toen
hij zevenentwintig was, vestigde deze schilder, vooral bekend van zijn fresco’s,
zich definitief in Venetië. Daar
schilderde hij o.a. een werk waarop een sierlijk geklede en statige vrouw te
zien is, met aan haar zijde een naakte, gespierde man: hoef ik je nog te zeggen
wie ‘wijsheid’ en wie ‘kracht’ is.
Dit schilderij kun je vandaag bewonderen in New York, in de
kunstcollectie van de Amerikaanse rijkerd Henry Clay Frick. Maar hoe dat schilderij in Amerika is verzeild,
is een lang verhaal. En een boeiende geschiedenis
waarvan Peter Watson dankbaar gebruik maakte om er een ongemeen interessant
boek over te schrijven. Naast de
ontstaansgeschiedenis van dit schilderij reikt de auteur ook informatie aan
over het Venetië van de zestiende eeuw, over Praag en keizer Rudolf, over de
Zweedse koningin Christina, over de Duc D’Orléans, de Franse regent, Thomas
Hope, een Amsterdammer van geboorte die zich op z’n vijfentwintigste definitief
in Engeland vestigde.
Waarom je dit boek moet lezen?
Dit werk leest tegelijkertijd
als een politieke geschiedenis en een kunstgeschiedenis, waarbij je ook een en
ander te weten komt over verf- en schildertechnieken.
p. 31: Venetianen deden vaak reukwater bij het eten en zelfs goudpoeder, in de
veronderstelling dat dat goed voor het hart was
p. 39: de Venetiaanse auteur Pietro Aretino ‘viel van zijn stoel toen hij om
een grap moest lachen’.
p. 45 De Italianen uit die tijd [de zestiende eeuw] waren niet de enigen die
bijzondere belangstelling koesterden voor drie aspecten van de schilderkunst
die ze als duidelijk op zichzelf staande zaken beschouwden: disegno, invenzione
en colore
p. 236: Louise- Henriette de Bourbon-Conti, een mooie en wellustige dame, werd
ooit eens aan de tand gevoeld over de wettigheid van haar zoon. Haar antwoord: ‘als je in een hoop doornen
valt, weet je dan door welke je bent geprikt?’
p. 349: De restauratietechniek heeft grote vooruitgang geboekt sinds de
zeventiende eeuw, toen een Fransman beweerde dat je een vervuild schilderij het
beste kon schoonmaken door er domweg ‘op te piesen’.