Poëzie
praat hem er niet van
Hij
zingt het verklinkt het
Zelfs
onder narcose
Je
ziet hem uit wandelen
Met
twintig dichters
Na
het bezoekuur
Zweeft
hij weer weg
Roeshoofd
zweert
Bij
zijn rijmende
Vrienden
alleen in cadans
Vindt
hij zijn balans
Stelt
hij het zonder
Dan
rest hem psychose
Agonie
praat hem er niet van
Hij
baart het aanvaardt het
Als
een symbiose
Men
wil h em behandelen
Shock
of iets lichters
Maar
de waan is een bad
Dat
hij niet wil verlaten
Het
stilstaande water
Omkranst
de man en zijn
Angst
zij leven het langst
Zolang
hij zicht baadt
In
al wat hem schaadt
Hij
teert op osmose