Literatuur schrijven is kunst, hoewel je ook wel wat tips en tricks kunt krijgen via schrijfopleidingen.
En aangezien romans
schrijven een kunst is, probeert de auteur ook grenzen te verleggen, zoals
andere kunstenaars dat doen. De
Nederlandse schrijver Willem Jan Otten heeft dat ook geprobeerd in zijn roman
SPECHT EN ZOON. Wat er zo artistiek is
aan deze roman? Het standpunt van
waaruit het verhaal verteld wordt, namelijk het doek waarop geschilderd wordt,
in dit geval, een “zeer dicht geweven vier maal universeel geprepareerd
doek.” Dat doek vertelt het verhaal van
de schilder Felix Vincent die het doek gekocht heeft maar het een tijd
onbeschilderd laat staan omdat het zo’n groot formaat heeft. Tot op de dag dat er een mysterieuze rijke
maar oud, doodzieke man, hem de opdracht geeft om een schilderij te maken van
een jongen die naakt op het bed ligt en die de zoon van de man blijkt te
zijn. De schilder baseert zich op een
foto en op het videomateriaal die hem in het allergrootste geheim wordt
getoond. In het allergrootste geheim,
inderdaad, want de opdrachtgever eist van de schilder zwijgplicht, en dat tegen
een indrukwekkende som geld. Die
zwijgplicht roept vragen op, natuurlijk.
Geleidelijk aan evolueert de roman naar een soort thriller waarbij
geleidelijk aan duidelijk wordt in welke vieze papieren de kunstenaar zich
gewurmd heeft. Verf met een geurtje, in
ieder geval. En dat allemaal verteld
vanuit het standpunt van een schilderij: moedig, baanbrekend, maar, helaas,
niet altijd overtuigend want op bepaalde momenten steekt inconsequentie en dus
ook ongeloofwaardigheid de kop op. Zeker
als het doek, dus de verteller van deze roman, sommige woorden van de mens niet
blijkt te kennen, maar bij andere woorden helemaal niet blijft stilstaan.
Een merkwaardig boek,
zeker omdat het ook een fleem van spanning bezit die vooral draait rond de
ontrafeling van de mysterieuze opdracht en opdrachtgever, die Specht heet,
vandaar de titel van de roman SPECHT EN ZOON.