vrijdag 12 september 2014

Boek: DE ZIN VAN HET TOEVAL




Misschien heb je het al meegemaakt dat je aan iemand denkt en dat je GSM afgaat.  Wat blijkt? De persoon aan de lijn is hij aan wie je net hebt gedacht.  Of  je hoort in je droom iemand huilen en wat later vertelt die persoon dat ze veel verdriet heeft.  Is dat nu toeval of niet? Bestaat toeval of bestaat het niet? Wat is toeval eigenlijk?  Allemaal vragen die de Nederlandse wetenschapsfilosoof Ilja Maso gebruikt als uitgangspunt van zijn boek DE ZIN VAN HET TOEVAL.   De auteur geeft talrijke voorbeelden van gebeurtenissen die kunnen behoren tot het toeval dat, in grote lijnen, onder vier gedaanten opduikt. Eerste mogelijkheid is het lot of het noodlot (denk maar aan de man die in de straat wandelt en een dakpan op het hoofd krijgt). Tweede mogelijkheid is de synchroniciteit: iemand droomt dat hij achtervolgd wordt door een paard en de dag daarop maakt hij bijna hetzelfde mee. Derde mogelijkheid is de serendipiteit: de ontdekking die berust op louter toeval zoals in het voorbeeld van Fleming die verkouden was en ontdekte dat zijn traan in zijn laboratorium een bacterievrije ruimte had laten ontstaan: deze vaststelling maakte duidelijk dat penicilline vieze bacterieën als stafylococcen kan te lijf gaan. Tenslotte is er ook de serialiteit of de herhaling, of de opeenhoping in tijd of ruimte van gelijke of vergelijkbare gebeurtenissen en dingen, zoals het nummer van je garderobe in de schouwburg dat precies overeenkomt met het nummer van je zitplaats…

Het toeval bestuderen blijft een interessante uitdaging voor de wetenschap die alles in regels en wetten probeert te gieten.  Maso vraagt zich af of er ook geen wetmatigheid zit in het toeval.  Daarbij houdt hij een pleidooi om bij het onderzoek naar toeval steeds de juiste vraag te stellen, zodat onderzoekers zich geprikkeld voelen om het antwoord te ontdekken.   Zo kunnen het samenspel van het dagelijks bewustzijn en het verborgen bewustzijn (het onderbewustzijn van Jung) tot een mogelijk antwoord leiden.     Een interessant maar taai boek omdat het teveel blijft haperen in voorbeelden en herhalingen alsof de auteur toch iets teveel rond de pot draait.  Dat blijkt ook uit zijn, op zijn minst verrassende laatste zin.   Hoe die luidt?  Ha, je kunt het boek ontlenen in de bibliotheek van Deinze.