Dertig jaar verslaafd aan LISSABON, Paul van
Nevel
Paul van Nevel was elf jaar toen zijn vader
overleed. studeerde aan het conservatorium van Maastricht. In de jaren 70 was hij in de ban van muziek
en poëzie. Slauerhoff en de fado waren zijn favorieten.
Toen hij voor het eerst naar Portugal reisde
was hij niet voorbereid op een dictatuur.
Hij ontdekte daar dat hij in hart en ziel een romanticus is. Het verrastte hem dat er overal poëzie te
koop is in Lissabon.
Het nieuwe Portugal vrij van de dictatuur, werd
geboren op 25 april 1974.
Geregeld moet hij denken aan zijn jeugd aan de
Kuringse steenweg in Hasselt.
Later zou hij samen met het Huelgas Ensemble in
Portugal talrijke en concerten uitvoeren.
Hij is fan van dichter en fadozanger Antonio
Rocha.
Portugees leerde hij door poëzie te vertalen.
Hoewel hij in de jaren 90 in Italië woonde, bleef
hij Portugal geregeld bezoeken.
Klokken en tijd zijn belangrijk in Lissabon: de
klokken van de kerk worden niet gelijkgesteld, want wat voorbij is voor de ene
moet voor de andere nog gebeuren.
Lissabon kende brandweerpoëzie als
geheugensteun, want het aantal slagen van de kerktoren was geassocieerd aan een
bepaalde wijk.
Een ander weetje is dat Lissabon lang heeft gesukkeld
met een degelijke waterbevoorrading
Van Nevel bezoekt graag begraafplaatsen en
bezocht zo o.a. de graftombe van Henry Fielding
Hij schrijft veel over componisten en fadista’s
zoals Castelo Branco en Alfredo Marceneira
Uit
het boek geplukt
p. 27:
“Ik kwam erachter dat gedichten veel meer geduld met mij hadden.” (…) Gedichten
worden in wandeltempo gelezen, poëzie heeft geen haast, proza is een
snelheidsduivel”
p.39
’s Nachts ondergaat de stad een metamorfose. Zij neemt haar tijd voor de zwarte
uren.
p. 49
In Lissabon is literatuur een kruisbestuiving tussen de ‘hogere’ poëzie en die
andere gezongen dichtkunst die fado heet
p. 50
Lissabon is niet wat je ziet, maar een trompe-l’oeuil.(…) Lissabon is de
onderliggende zingeving ontdekken. Lissabon is: met alle zintuigen het
onzichtbare fotograferen.