EUGEN
RUGE / in tijden van afnemend licht
Hoe
was het om als Russische vrouw te trouwen met een overtuigde communistische
Duitse intellectueel en met hem te emigreren naar Oost-Duitsland? Om daar moeder te worden van een creatieve
maar eigenzinnige zoon?
Hoe
was het om als Duitse communist in de jaren ’50 van de vorige eeuw naar Mexico
te trekken op de vlucht voor de nazi’s?
Hoe
voelde het om in 1961 gescheiden te worden van je familie en je vrienden door
de bouw van de muur?
Hoe
voelde het aan om opnieuw te leven in een Berlijn na de muur?
Vragen
die niet per se letterlijk een antwoord krijgen in het boek van de Duitse
theaterregisseur EUGEN RUGE. Maar wel de
aanleiding hebben gegeven tot een interessante roman die getuigt van een sterk
inlevingsvermogen van de auteur in drie generaties van een Duits-Russische
familie. Een boek met verrassend sterke
passages omdat die zo herkenbaar de kleinmenselijkheid van grote geesten
haarfijn en met zin voor humor weergeeft.
Maar ook een boek dat de aandacht opeist van de lezer door de veelheid
van personages en de voortdurende tijdsprongen per hoofdstuk. Daarom raadpleeg je als lezer beter geregeld
eens de familiestamboom en de inhoudstafel met de data vooraan in het
boek. Om, nadat je het boek gelezen
hebt, vast te stellen dat de auteur je een overtuigend document over het leven
in Oost-Duitsland tussen 1950 en het begin van de jaren 2000 heeft aangereikt.
Uit het boek geplukt
p. 206: … als Irina
ergens een hekel aan had, dan was het aan de vraag ‘of er wel genoeg was’. Haar hele jeugd had ze met die vraag
geleefd. Haar hele jeugd had ze in de
rij gestaan voor brood, haar hele jeugd had ze halfrotte aardappelen gegeten
(want de aardappelen die halfrot waren, moesten het eerst op, zodat ze
uiteindelijk altijd halfrotte aardappelen aten)
p. 219: Wat was het
fijn zo’n grote zoon te hebben – die nog steeds rook als een klein kind.
p.283: Allemaal
leugens, dacht Kurt, nog steeds klappend.
Die hele jaren twintig waren één grote leugen – en de jaren dertig ook.
Ook het ‘antifascistisch verzet’ was op de keper beschouwd niet meer dan een
leugen, …