vrijdag 26 augustus 2016

GEDICHT van Salomon Bonn

Ritje.

Het paardje reed zoo klinkend 
met hoeven tinkellinkend 
al op den klinkerdijk. 

Zij droegen róse hoedjes 
op roodgeverfde snoetjes 
en voeren langs den dijk. 

De sleepman had een zweepje, slap, 
en zweepte ‘hurt’ bij elken stap 
van 't paardje op den dijk. 

Zij hadden gouden zon gehuurd, 
en 't tuigje was zoo blank geschuurd
 dat voer over den dijk.

En blanke bloempjes aan den kant 
die keken in de vigilant 
wie voer over den dijk. 

Zoo menig vent en jonggezel 
die werd wat raar aan zijn gestel 
bij 't langs-gaan op den dijk. 

Door die guitig roode snoetjes 
onder die róse hoedjes; 
die meisjes, langs den dijk.