vrijdag 12 augustus 2016

PRENTENBOEK: Springdag van ANNE PROVOOST



Opgedragen aan ‘de vrouwen van ons leven’.
De ik , een meisje dat Zsofi heet, heeft gesprongen en komt met een smak op de grond terecht.  Het sneeuwt en heel ver weg roept de grutto. De ik-figuur heeft een koffer en daaruit komt een vrouw gekropen: ‘Ik ben de vrouw van je leven,’ zegt ze.  Dat blijkt de moeder te zijn die haar eerste kindje krijgt en het weegt op een weegschaal. Springdag is eigenlijk de geboortedag. De moeder zegt dat ze blij mag zijn dat ze alles heeft zoals tien vingers en tien tenen en een naam.  In de koffer van de vrouw zit ook nog een pop en helemaal onderaan zit er ook nog de man van haar leven.  De man heeft ook een koffer met daarin een paard.   En dan vindt de ik-figuur nog een koffer, die van de man en daar zit een vrouw in die ook een koffer heeft.  Dat is Kej, het mamaatje van de man.  De man en de vrouw van ‘mijn leven’ zorgen goed voor haar, maar Kej slaapt haast altijd.  Ze reizen met een slee over de steppe.  Op een dag wil Kej niet meer mee gaan sleeën, want haar Springdag nadert.  Hierdoor krijgt Springdag ook nog een andere betekenis en wordt het leven voorgesteld als iets waar je in en uit springt. De ik verbergt zich in de koffer van Kej die met het paard over de steppe zal draven om tot het einde van de wereld te reizen. En op een dag wordt de ik wakker en zeggen de man en de vrouw van haar leven dat Kej voorgoed is vertrokken. En dat ze niets meer nodig heeft, ze heeft alles gehad. Het is lente geworden want de grutto roept.

Uit het boek geplukt


Pas als je papieren hebt, besta je echt.