dinsdag 11 december 2012

BOEK: Het onuitwisbare van Juan José Saer



Het onuitwisbare van Juan José Saer.

Je leeft in een militaire dictatuur waar achter elk hoek van elk huis een spion je gedragingen en woorden controleert.   Je weet dat de gezagshebbers van je land corrupt en oneerlijk zijn.  Wat doe je als schrijver?   Ofwel schrijf je dat uit met schreeuwende zinnen op papier.  Je krijst het onrecht uit.  Oké: de lezer neemt daar nota van.   Maar als je een uitstekend schrijver bent dan klaag je niet voortdurend want, zoals in het echte leven, houden mensen niet van klagers en mensen die onophoudelijk zeuren.  Nee, de goede schrijver laat zijn lezer voelen hoe het is om in zo’n grijze en angstwekkende samenleving geleid door militairen, voort te leven.   En als de lezer het aanvoelt wat het betekent om altijd betrokken te worden bij onverwachte complotten dan heb je een boek dat beklijft.   En zo’n boek heeft Juan José Saer geschreven:  de hoofdfiguur van het boek is een succesrijke schrijver die na een ontwenningskuur van maanden zich weer op de straat begeeft.   Onmiddellijk wordt hij aangeklampt en vragen twee vreemden hem om de spreekbuis te worden van een literair-maatschappijkritisch tijdschrift dat wil komaf maken met de kleinburgerlijke militaire dictatuur.     Het boek is overwegend een innerlijke monoloog waarin we een kritische zeurkous aan het woord krijgen die achterdochtig en ongelukkig is over het militaire regime.  Daarnaast worstelt hij ook met zijn problematische relatie met zijn derde vrouw,  een psychoanalytica.   Het is geen evident, voorspelbaar boek ook al omwille van de vormgeving: geen hoofdstukken, maar wel korte aanduidingen in de marge van de bladzijde,een boek vol geniale technische invallen die de lezer misschien wat overdonderen, maar ook intrigeren.  Een boek dat van literatuur een experiment maakt en zo hebben we het ook eens graag.

Waarom dit boek lezen?

-         Het bewijst hoe beeldrijk en inlevend de betere literatuur kan zijn;
-         Een experimenteel hoogstandje dat wat medewerking van de lezer vraagt.


Citaten

Het is nu juist het gewone in de gewone man dat je moet wantrouwen 
(p. 26)


De drug die dag heet en die iedereen wel eindeloos zou willen nemen 
(p. 243)