dinsdag 2 april 2013

Gedicht van Karel Van de Woestijne



Wat deert me nieuwe liefdes-tijd;
Wat deren waan’ge dagen?
‘K heb mij in bedden neer-geleid
Waar vreemde doden lagen…

Wat schade aan hergenoten waan?
Misschien zal ik vergeten
Hoe doornen langs een liefde-laan
Mijn lede’ aan stukken reten…

Ik ben zoo blij, ik ben vreemd blij,
Te kunnen stil gelooven
In nieuw-aanblazend min-getij
Door oud-gekende hoven.