Is alles in het leven toevallig of bestaat er is er toch
zo iets als een ‘verborgen samenhang’.
Dat is het thema van de roman TERUGKEER NAAR ATLANTIS, een boek dat de
Vlaamse schrijver Hubert Lampo schreef tussen 15 juli en 21 september
1953. Inderdaad, zo exact gedateerd
staat het op het einde van deze roman dat het verhaal vertelt van een
plattelandsdokter die alleen woont en van zijn beroep zijn leven heeft
gemaakt. Het spreekt tot de verbeelding
dat de hoofdfiguur een arts is die alleen woont. Hij vertelt over zijn verleden dat een geheim
meezeult, nl. de mysterieuze verdwijning van zijn vader. Het lijkt op een cliché, maar zijn vader gaat
inderdaad om tabak en komt nooit meer terug.
Allerlei speculaties doen de ronde, veronderstellingen en straffe
verhalen die ook gevoed worden door de fascinatie van de verdwenen vaderfiguur
voor het verdwenen continent Atlantis.
Uiteraard rolt de liefde ook het verhaal binnen en dat heeft ook weer te
maken met een verdrongen verliefdheid uit de studententijd die dan ook wat
later fataal afloopt. De naam van de
auteur, Hubert Lampo is onlosmakelijk verbonden met ‘magisch realisme’ en dat
merk je ook als je deze roman leest.
Geniet van de taal, want Lampo kon aardig schilderen en
sferen scheppen met woorden. Lange
zinnen soms, inderdaad, maar niet voortdurend, wat deze roman echt tot een
geslaagde leeservaring maakt.
Geplukt uit het boek:
‘Wij
zijn mensen die ertoe voorbestemd zijn het onszelf in het leven moeilijk te
maken’
‘De
wereld zou niet bewoonbaar zijn, als nu en dan het toeval de gebeurtenissen
geen zetje in de goede richting gaf,’ schertste ik, ‘maar daarom in het niet
minder toeval’.