vrijdag 6 september 2013

Gedicht van CHARLES BAUDELAIRE



Vroeger leven (la vie antérieure)

Heel lang heb ik gewoond in brede colonnades
Waarop de zon van zee een vonkenregen verfde
De Grote strakke imposante zuilenrij
Veranderde ze ’s nachts in grotten van basalt

De golven voerden beelden van de hemel mee
En mengden hun muziek, machtige, rijke klanken,
Plechtstatig en mystiek, met heel de kleurenpracht
Van de zonsondergang, die in in mijn oog weerkaatste;

Daar, daar heb ik geleefd, in kalme zinnenlust
Omringd door blauwe luchten, branding, fonkelingen
En naakte slaven die doordrenkt van zware geuren

Mijn voorhoofd koelte schonken, wuivend met een palmblad
Ze hoefden niets te doen dan de geheime pijn

Die mij deed kwijnen, dieper door te laten dringen