We bevinden
ons in het denkbeeldig rijk van Jesameth waar het geloof in het opperwezen de
belangrijkste motor is van de samenleving.
Alim is een arme leerlooier, een kasteloze met een schat van een
dochtertje dat tijdens haar onschuldig spel met een vlieger op het strand wordt
opgepakt door een strenge bewaker die haar naar de commissaris brengt. Hij beticht het meisje en uiteraard ook de
vader van heiligschennis want het strand en de oceaan moeten zuiver blijven
omdat ze van de goden zijn. Als straf
moet de leerlooier op de nacht voor het grote offerfeest een aangespoelde
sirene opruimen. In de maag van de
sirene vindt hij attributen die volgens het geloof toebehoren aan de oppergod
Jesameth. Die vondst zal hem nog aardig
van pas komen. Meer kan ik niet
vertellen want er bestaat nog zoiets als leespret. Overtuigend getekend waarbij vooral de
kleurenrijkdom een vermelding verdient.