Beminnelijke jufferschap!
Uw beeld is in de hoogsten trap
't volmaaktste ooit door natuur
geschapen,
nogtans, daar niets volkomen is,
bleef in uw lieve beeltenis
ook ergens nog een vakje gapen.
Hieraan, hoe kan het anders zijn?
Gevoelt gij menigwerf een pijn,
die oog en aangezigt doet blaken.
O, schoonen! komt bij ons om
baat;
wij weten een bijzond'ren raad
om 't gapend vakje digt te maken