vrijdag 8 april 2016

Boek: Het verzonkene van JEROEN BROUWERS



HET VERZONKENE  van Jeroen Brouwers

Dat is het eerste deel van de drie romans die de Nederlandse schrijver Jeroen Brouwers heeft geschreven om zijn getraumatiseerde jeugdjaren te verwerken: een voorbeeld van subjectivistisch proza dus.   De vraag is of dat allemaal wel zo subjectivistisch is, want deze fel doorleefd en overtuigend geschreven getuigenis van de kinderjaren in Nederlands-Indië geeft ook een stem aan de vele lotgenoten van Nederlandse kolonialen, die niet de kracht en het talent hebben of hadden om daarover te getuigen.  Want de Jappen vallen Nederlands Indië binnen en laten felle sporen na op het dagelijks leven van de bewoners.  Daardoor wordt dat boek door zijn openheid ook geëngageerd proza.
Het verzonkene zoemt vooral in op de leefwereld van de jonge Brouwers die letterlijk aan de rokken van zijn moeder hangt en haar ook heel sterk adoreert.  De vader blijft sterk op de achtergrond, ook al door zijn frequente afwezigheden, maar het vreugdevol en het mooie dat zijn aantrekkelijke moeder hem schenkt koestert de jonge Jeroen hartstochtelijk.  Evenals de ouders van zijn Indische moeder die hem ook veel wijsheid meegeven.   Het boek leest als een impressionistische herinnering waarbij de volwassen ik-figuur niet-chronologisch,  net zoals onze invallen, indrukken en  herinneringen, schrijft over zijn jeugd, als jong kind, maar ook als tiener op het internaat en in Nederland.  

Uit het boek geplukt

p. 17 Al dat zwaaien vanuit het voorbije

p.20 Besta ik zelf? Soms twijfel ik eraan: in plaats van te bestaan zit ik te schrijven.  Ik besta als ik niet schrijf en dan de dingen opdoe die ik vervolgens neerschrijf.  Sommige dingen schrijf ik zo slecht neer dat ze, omdat ze slecht geschreven zijn, niet bestaan.
Heb ik een naam?

p.26 Maar contact tussen mij en de mensen is niet mogelijk en geen relatie in mijn leven is ooit duurzaam gebleken.  Bewoond door angst, bezeten door schuld, behekst door onliefde.  Ik heb geen hoop.  Ik neem niet langer deel aan het leven, ik zal mij in een nog grotere afgelegenheid nog meer afzonderen tot ik onvindbaar ben: - in mijn schrijverij.

p.53 (een motief): … mijn angst zit in mijn vuisten, ik sla om mij heen, mijn leven lang ben ik in ruzie met de hele wereld, almaardoor almaardoor, sajang toch, maar niemand heeft mij leren strelen.


p. 66 Mijn leven lang ben ik een andersoortige eend geweest.