vrijdag 1 april 2016

GEDICHT van Chris Honingh

CHRIS HONINGH (uit KOMRIJ)

Rekenmachine

 De stilte even voor er regen valt is
 een fenomeen dat atmosfeer haast
 voelbaar maakt; een bladerloze linde
 schampt de gevel, ook nu het windstil
 oogt. Druppels vormen vochtpatronen.

 Welgeteld benjij de enige, de straat
 is verder leeg, zwarte jas, wat zwarter
 door de regen, op je hoed een waas
 van pareltjes, pas als ik de trap afdaal
 kom ik je tegen. Laten we hernemen:
  
het talud, ribes in opvallend rode gloed,
je hebt je voet nog net niet op mijn pad
gezet, zal je komen, zal je gaan. Nu moet
je weer opnieuw beginnen, je loopt mijn
straat in, krijgt te weinig wisselgeld terug,
koopt een krant, komt uit het trapportaal...
We zijn terug bij nul, het uitgangspunt,
nihil. Balancerend op de smalle rand
van doodgewone regelmaat, geen moment
komt met een ander overeen; je hebt
de troeven in je hand, je weet het niet.