Het volgende
verhaal / Cees Nooteboom
Weet je
wanneer een boek goed is? Als het onderwerp,
het verhaal of de stijl blijven vasthaken in je gevoelens, in je gedachten
alsof je tijdelijk met andere ogen naar de wereld om jou heen kijkt. Alsof je van een reis terugkomt en je wat
ontvreemd voelt in die werkelijkheid rondom je.
Die leeservaring had ik ook toen ik de novelle Het volgende verhaal van Cees Nooteboom gelezen heb. Een verhaal van een leraar klassieke talen,
bijgenaamd Socrates, die een ongenaakbaar verstandige en knappe
leerlinge heeft, die echter een relatie begint met de leraar sport. En als wraak begint de vrouw van die leraar sport
een affaire met Socrates. Een love story
zoals je die zou kunnen lezen in de stationsromannetjes, maar in de handen van
Cees Nooteboom krijgt dit verhaal een veel rijkere dimensie. Nooteboom zoemt in op de vakkennis van die
leraar klassieke talen, die in een eigen universum van goden leeft die
eigenlijk een weerspiegeling zijn van de mens. Het verhaal wordt verteld door een ik-figuur,
de leraar Latijn, die na zijn ontslag auteur van reisgidsen is geworden. Daarom bevindt hij zich bij het begin van de
novelle in een hotelkamer in Lissabon, de kamer waar hij de liefde bedreef met
zijn overspelige collega, lerares wetenschappen op dezelfde school. Ook dat contrast tussen kunst en wetenschap
raakt Nooteboom heel fijngevoelig aan door een aantal suggestieve
dialoogfragmenten die voldoende inspirerend moeten zijn voor de lezer.
Uit het boek geplukt
p.
29 (…), als vrouwen zich iets
hebben voorgenomen worden krachten gemobiliseerd waar mannen, met al hun
zogenaamde wilskracht, niet tegenop kunnen.
p. 40 Latijn is het wezen, Frans de
gedachte, Spaans het vuur, Italiaans de lucht (ik zei natuurlijk ‘aether’),
Catalaans de aarde en Portugees het water.
p.55 Verdriet hoort in de lijnen van
je gezicht te zitten, en niet in je geheugen.
Het is bovendien ouderwets, verdriet. Burgerlijk ook.
p.83 (over een ervaring als
leerkracht): Toen zij (de leerlinge) wegliep als een vrouw wist ik dat ik een
kind had teleurgesteld, en ook dat hoort bij mijn vak, het bederf van
minderjarigen.