In
1993 verscheen de eerste roman van Alain de Botton, nl. Proeven van
Liefde. De Botton is filosoof en hij
heeft zijn kennis van de filosofen in deze liefdesroman over een een jaar
durende relatie binnengesmokkeld. Niet
alleen inhoudelijk maar ook vormelijk, want hij werkt zoals Montaigne deed met
zijn essays, met genummerde paragrafen, alinea’s, alsof het telkens gaat om
aparte stellingen over de liefde. De
hoofdfiguur, de mannelijke ik-figuur leert op het vliegtuig van Parijs naar
Londen, Chloé kennen. En hij wordt
verliefd. En zij blijkbaar ook. Maar een jaar later is hij weer
alleen. Fascinerend aan het boek is de
scherp analytische, en tegelijk ook kwetsbare, benadering van een relatie. Openhartig, authentiek maar toch duidelijk
geschreven met de ziel van een diehard romanticus. In de roman duiken een aantal
regels op uit het refrein van het liedje van Anita Baker, nl. Sweet love
Uit het boek geplukt
p.17 Misschien is verliefd
worden wel deels het gevolg van de tijdelijke wil om niet door iemand heen te
kijken, zelfs al maken we onszelf daarbij een beetje blind.
p. 21 De liefde zorgt met
unieke snelheid en gerichtheid voor nieuwe behoeften.
p.22 Maar we kunnen altijd
alleen maar verliefd worden zonder te weten op wie we verliefd zijn geworden.
p. 68 Als filosofen zich een
utopische samenleving voorstellen, is dat zelden een smeltkroes van
verschillen, maar is die veeleer gebaseerd op geestverwantschap en eenheid,
gelijksoortigheid en homogeniteit, een aantal gemeenschappelijke doelen en
uitgangspunten.
p. 83 Maar als liefde en
amoureuze politiek even rooskleurig kunnen beginnen, kunnen ze ook even bloedig
eindigen.
p.110 De liefde en de dood lijken als vanzelf vragen omtrent innerlijke wens en uiterlijke werkelijkheid op te roepen: de liefde zet ons ertoe aan te geloven dat ze werkelijk bestaat, de dood dat hij niet bestaat.
p. 117 Ze zouden liever het
risico moeten nemen om zich te vergissen en verliefd te zijn dan te twijfelen
en zonder liefde te zitten.
p. 153 De tragedie van de
liefde is dat ze niet aan de tijdsdimensie ontkomt.
p. 168 Heb je me zo lief dat
ik zwak bij je mag zijn? Iedereen houdt
van kracht, maar hou je van me om mijn zwakte?
p. 171 Haat is het verborgen
schrift in de brief der liefde: ze delen dezelfde fundamenten
p.199 Een vrouw met wie ik een
paar jaar voor Chloé was gegaan had tijdens een hevige ruzie een keer tegen me
gezegd dat ik nooit gelukkig in de liefde zou zijn omdat ik ‘te veel nadacht’.
p. 207 Door een notoir
onvermogen om emoties uit te drukken is de mens het enige dier dat tot
zelfmoord in staat is.