donderdag 18 mei 2017

roman van EUGEN RUGE


Résultat de recherche d'images pour "EUGEN RUGE/ NACHTBUS NAAR ANDALUSIË"

Een man neemt een drastische beslissing als hij op een terrasje zit in zijn thuisland.   Hij neemt ontslag als onderzoeker op het instituut waar hij werkt, zegt zijn huur op, haalt zijn bankrekening leeg en vertrekt op reis.    Want hij wil zich afzonderen en schrijven.  Hij spoort naar Barcelona, waar hij het al snel voor bekeken houdt. Met een nachtbus komt hij in Andalusië terecht.

Het lijkt semi-autobiografisch te zijn, want net zoals de auteur, is ook de ik-verteller natuurkundige.  Dat blijkt uit de verwijzing naar het onzekerheidsprincipe van Heisenberg waarvoor geldt dat niet van beide grootheden de waarden tegelijkertijd exact kunnen vastliggen. Een voorbeeld van zo'n paar is: plaats en impuls. Een ander voorbeeld is: energie en tijd.  Die onzekerheid nestelt zich in de rest van het verhaal omdat de ik-figuur zich naar een voor hem onbekende omgeving trekt.  Alles is onbekend en de taal, in dit geval het Spaans, beheerst hij amper.  Vandaar ook dat hij maar moeizaam contact legt met de plaatselijke bevolking.  En als dat dan gebeurt is het onverwacht en impulsief, zoals met de visser met wie hij de slagzin ‘Mucho trabajo, poco pescado!’ uitwisselt: veel werk, weinig vis.   Hij ontmoet kort een Engelsman en een Amerikaan maar verder blijft hij in Cabo de Gato vasthaken aan zijn herinneringen, o.a. aan zijn ex, en zijn dochter.  
De roman bestaat uit drie delen, nl. ‘De kaalslag’, ‘kreeft’ en ‘de kat’
De hypergevoelige ik-verteller deelt zijn gedachten met de lezer, en zijn twijfels en vragen.  Omdat hij schrijfambities heeft, duiken er plots korte allusies op zijn schrijfproces op.  Bovendien speelt hij met de tijd want het grootste deel van dit verhaal is een ‘herinneringsverhaal’ wat je merkt aan de talrijke keren dat hij schrijft ‘ik herinner me dat’.   Het andere tijdsniveau is dat van het heden waarin de ik het blijkbaar gemaakt heeft als succesrijke auteur en nu een luxueus bestaan leidt. Daarnaast valt ook zijn taalcreativiteit op.  Hij geeft bijnamen aan de figuren uit zijn omgeving, maar lanceert ook nieuwe begrippen, zoals ‘boulevardras’ waarmee hij verwijst naar de honden die hem omcirkelen als hij in Cabo de Gata de boulevard afstruint.   Wat later noemt hij die honden ‘cabomopsen’.   Over honden gesproken: cabo de gata betekent ‘poezenkaap’.  Hij beseft dat pas als er een kat zijn leven binnen komt getippeld.   Hij beeldt zich in dat zijn moeder gereïncarneerd is die kat.  Een intrigerend boek dat de lezer toch in de ban houdt door de nevel van diep doorleefd existentialisme die doorheen het verhaal zweeft.  Dat blijkt uit de zin: ‘Ik herinner me het venijn dat zich op mijn nachtelijke wandelingen van mij meester maakte.’

Uit het boek geplukt

p. 122 De kattenboodschap in woorden: dat ik tevergeefs hier ben.  Dat namelijk alles wat ik graag wil, niet zal gebeuren – juist omdat ik het graag wil.

p.138 Waar ik me tegen moet beschermen, zijn destructieve gedachten, of eigenlijk gedachten als zodanig.


p.29 Ik wil vertrouwen op de golven, die wij ‘geheugen’ noemen.