U kent misschien wel het
sprookje van Blauwbaard die mooie jonge vrouwen ontvangt die alle kamers van
zijn verblijf mogen bezoeken, behalve een.
Want daar zich bevinden de lijken van de vorige nieuwsgierige
vrouwen. Amélie Nothomb heeft een
moderne variant van dit sprookje geschreven.
We volgen een jonge vrouw die vanuit België naar Parijs is gekomen om
les te geven aan het Ecole du Louvre.
Ten einde raad, omdat ze maar geen appartement kan vinden, besluit ze haar
intrek te nemen bij de mysterieuze huisbaas don Elemirio Nibal y Micar, die er nogal vreemde overtuigingen op
nahoudt. Zo is hij een groot voorstander
van de Spaanse inquisitie en mag Saturnine (de jonge Belgishce vrouw, alter ego
van Amélie Nothomb) niet binnen in een geheimzinnige kamer. Als hij spreekt over zijn voorgaande
vrouwen stelt zij hem de vraag: “Zeg
eens, herinnert u zich al uw vrouwen?” En hij antwoordt “Het zijn mijn vrouwen niet. Het zijn
vrouwen van wie ik heb gehouden.”
En als ze het hebben over een donkere kamer voor de ontwikkeling van
foto’s antwoordt don Elemirio: “Vindt u
niet dat elke mens recht heeft op zijn donkere kamer?” Wat later moet Elemirio toegeven dat hij
vrouwen heeft gedood, maar hij ontkent dat hij een moordenaar is, maar hoe meer
Saturnine zich kwaad maakt over deze gruwelijke ontdekking hoe vreemder zijn
antwoorden zijn, zoals: “Kan ik er wat
aan doen dat ik zo opgewonden raak van uw gedrag?”
Een roman die een
psychologische invulling probeert te geven aan dat bizarre Blauwbaardsprookje:
een roman die door zijn filosofisch discours de lezer aanzet tot nadenken.
Uit het boek geplukt
p. 116: Fotografie is de
kunstvorm die het meest gebaat is met geheimhouding”.
p. 121: Als iemand wil
schrijven, mag je hem niet te veel papier geven.
p. 129: de rol van de kunst
bestaat erin om de natuur aan te vullen en die van de natuur om kunst na te
bootsen”
p. 136: Verlangens hebben
geen waarom.
p. 158: wie creatief bezig
is, doet er goed aan om rekening te houden met de tijd.