dinsdag 17 december 2013

GEDICHT van Anton van Wilderode



De Lijster

De lijster die ik in de nanacht hoorde,
De bovenstem in het groot vogelkoor,
Zat op een wiegeltak te kwinkeleren
De samenzang van haar gezusters voor.

Wie luistert er?  In alle huizen liggen
De slapenden te slapen op één oor
En gaan de trillers in de populieren

Zonder publiek in morgenlicht teloor