De lege kapperszaak
Op zoek naar het geluk kan je er toch
Dicht bij komen voor een ogenblik
In een van die twee in leer gebonden stoelen
Met de hulp van scharen en een kam,
Omhuld in een lang, wit laken tot aan de kin,
Terwijl je hoofd door
De onzichtbare, glibberige vingers van de kapper glijdt
Die je de haren rechtop doen staan,
Terwijl hij het scheermes tegen je keel drukt,
Waardoor je ogen gaan openspringen
In je in de spiegel voor je
De volledige lengte van de lege kapperszaak ziet
Met twee legen stoelen en verderop
De straat, vergelijkbaar leeg,
Met uitzondering van het bedrukte en benevelde gezicht
Van iemand die moeite doet om naar binnen te kijken.