Je hoort de naam en je denkt: ha, dat is een Duitser. Hier toch even bijstellen, want Escher is geboren als Maurits Cornelis in Leeuwarden in 1898. Hij volgt in Haarlem lessen aan de school voor bouwkunde en sierende kunsten en trekt daarna naar Spanje en Italië, waar hij achtereenvolgens in Sienna en Rome gaat wonen. Zijn werk kent vrij snel veel succes in Nederland. Escher verhuist met zijn gezin naar Zwitserland en komt daarna in 1937 in Brussel wonen. Zijn zoons wonen in Zwitserland en Canada.
Escher is vooral bekend om zijn gestructureerde
tekeningen, beelden met vaste patronen die zichzelf voortdurend herhalen: bolspiralen,
ringslangen, draaikolken, trappenhuizen, rimpelingen, congruente figuren die in
of uit elkaar draaien en die de in druk van grenzeloosheid of oneindigheid meedraaien. Niet de vormen zijn hallucinant ook de kleurencomposities
fascineren. Dit boek overtuigt als kijkboek, waarbij de
tekeningen begeleid zijn door citaten van Escher. Zelf geeft hij toe dat zijn prenten fel geïnspireerd
zijn op Zuid-Italiaanse bouwwerken, met zijn Normaanse, Romaanse, Saraceense en
Moorse invloeden.
Geplukt uit het boek
Escher schreef aan zijn zoon George: “Om
vrede te hebben met dit aparte leven: om te aanvaarden wat we niet begrijpen;
om kalm te wachten op wat komen gaat, moet je wijzer zijn dan ik ben.”
‘Aan het bestaan van een irreële subjectieve
ruimte behoeven wij geen van allen te twijfelen. Maar persoonlijk ben ik niet zeker van het
bestaan ener reële, objectieve ruimte.
Ik word niet volwassen, in mij is het kleine kind
van vroeger