vrijdag 16 januari 2015

BOEK: Het taalinstinct van Steven Pinker



Niks is definitief, ook het onderzoek naar het fenomeen taal niet. Deze conclusie neem ik mee nadat ik Het taalinstinct van Steven Pinker, een Canadees psycholinguïst heb gelezen.  In dit boek krijgt de lezer een overzicht van wat de taalwetenschap door de jaren heeft vastgesteld. En uiteraard is de geschiedenis van het taalonderzoek er ook een van these en antithese, uiteraard ook van synthese, die dan weer op haar beurt een antithese aanwakkerde.    Steven Pinker is er toch niet van overtuigd dat het talent voor taal echt aangeleerd wordt door al of niet bewust aangereikte patronen en dieptestructuren.  Neen, taal is volgens Pinker, iets wat elk individu instinctmatig verwerft en niet zomaar krijgt aangereikt om na te bootsen.  Pinker stelt het klassieke nature/nurture debat in vraag, zeker wat betreft taal.  Via talrijke voorbeelden legt hij de diverse benadering over het fenomeen taal bloot.
Je leert bij wat oroniemen zijn: geluidsketens die op twee verschillende manieren tot woorden kunnen worden opgeknipt, bv. Hoe laat is het, schatje? Tegenover Hoe laat is het, schat je?
Uit het boek geplukt

p. 15 In ons sociale leven wordt de race niet gewonnen door degenen die het snelst zijn, maar door degenen die verbaal het begaafdst zijn – de boeiende redenaar, de zoetgevooisde verleider, het kind dat het door overtuigingskracht wint van zijn meer uit de kluiten gewassen ouders.

p. 16 Taal is een duidelijk afgebakend deel van de biologische structuur van onze hersenen

p. 28 De beste definitie is afkomstig van de linguïst Max Weinreich: een taal is een dialect met een landmacht en een marine

p. 86 Mensen denken niet in het Nederlands, Engels, Chinees of Apache; ze denken in een taal van het denken

p. 209 Het doel van lezen is per slot van rekening om de tekst te begrijpen, niet om hem uit te spreken.

p. 210 De voornaamste les na vijfendertig jaar onderzoek in artificiële intelligentie is dat de moeilijkste problemen gemakkelijk zijn en de gemakkelijkste problemen moeilijk.

p. 249 Communicatie tussen mensen is niet louter overdracht van informatie, zoals bij twee faxapparaten verbonden door een kabel.  Nee, het is een reeks wisselende gedragingen van gevoelige, berekende, pas bij nader inzien iets begrijpende, sociale dieren. Wanneer we woorden laten klinken in iemands oren, dan raken we die personen en onthullen we onze al dan niet eerbare bedoelingen, net alsof we hem of haar echt aanraken.

p.  282 Zoals de linguïst Ken Hale het formuleerde: ‘het verlies van een taal maakt deel uit van een algemener verlies dat wordt geleden door de wereld, namelijk het verlies van diversiteit in alles wat er is’.

p. 404  In feite is het diepgewortelde geloof dat mensen hun eigen taal niet kennen een belemmering voor het doen van taalonderzoek.

p. 406
Alle goede Engelse schrijvers van alle tijden, inclusief Shakespeare en de meeste taalgoeroes zelf, behoren tot de ergste regelschenners.  De regels zijn niet in overeenstemming met de logica, noch met de traditie, en als ze ooit zouden worden opgevolgd, dan zouden ze schrijvers dwingen tot een wollig, lomp, wijdlopig, dubbelzinnig, onbegrijpelijk proza, waarin bepaalde gedachten niet eens kunnen worden uitgedrukt.

p. 439: Goede auteurs maken tussen de twee en de twintig versies van hun tekst, voordat ze die laten publiceren.


p. 444: Ik denk dat ons inzicht in de taal een bevredigender methode biedt voor het bestuderen van de menselijke geest en de menselijke natuur.